Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB8571

Datum uitspraak2007-11-23
Datum gepubliceerd2007-11-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/758253-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte in de 'Pink-zaak'. Vrijspraak. Gelet op de telefoonbeweging van het toestel van verdachte richting Nederland en het feit dat zijn toestel later op die avond onder Nederlandse mastdekking viel - hoewel niet vastgesteld is kunnen worden waar in Nederland die mastdekking heeft plaatsgevonden - zijn er sterke aanwijzingen dat hij die avond in Nederland is geweest en dat hij - nu hij zich rond 20.45 uur bij de grens met Nederland bevond - zeer wel mogelijk in het gezelschap van medeverdachte (verdachte vonnis LJN BB8558) was. Behalve zijn telefoongegevens zijn er echter geen belastende omstandigheden tegen verdachte aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de enkele telefoongegevens, ook afgezet tegen het feit dat verdachte daar geen enkele verklaring over heeft willen afleggen, onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, zodat verdachte van al het aan hem telastgelegde dient te worden vrijgesproken.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER VONNIS parketnummer 09/758253-06 's-Gravenhage, 23 november 2007 De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte: [verdachte D], geboren te [geboorteplaats] (België) op [datum] 1983, adres: [adres]. De terechtzitting. Het onderzoek is - na regiezittingen op 10 april 2007, 4 juli 2007 en 24 september 2007 - gehouden ter terechtzitting van 5, 6, 8 en 9 november 2007. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.M.J. Thomas, advocaat te Breda, is ter terechtzitting verschenen en gehoord. De officier van justitie mr. Kamps heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1, 2 en 3 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Tevens heeft de officier van justitie de gevangenneming van verdachte gevorderd. De telastlegging. Aan de verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A. Vrijspraak. De gebeurtenissen op 29 mei 2006 Op maandag 29 mei 2006, omstreeks 21.45 uur, zijn de aangevers [slachtoffer] en [vriendin slachtoffer] in hun woning aan de [adres 2], in aanwezigheid van hun vriend [I], overvallen door drie of vier mannen. Op genoemd tijdstip werd aan de voordeur van de woning aangebeld. Nadat [slachtoffer] de deur opende werd hij door twee blanke mannen met kracht vastgepakt en de woning ingeduwd. Één van de mannen had een vuurwapen. Deze man gaf [slachtoffer] met dit vuurwapen een klap op het jukbeen van zijn rechteroog. Gedrieën gingen zij naar de woonkamer. Daarop werd op het raam geklopt, vermoedelijk door een persoon die bij de overvallers hoorde. Vervolgens drongen nog één of twee mannen de woning binnen. Aangever [slachtoffer] heeft verklaard dat hij twee mannen de trap op hoorde lopen naar de bovenverdieping van de woning, terwijl de twee mannen die het eerst binnenkwamen in de woonkamer bleven. De man met het vuurwapen zei met een Vlaams accent: 'Waar is de cash, jij moet stoppen met die site, waar zijn de spullen'. [slachtoffer] ontkende hier iets van te weten. Daarop kreeg hij wederom een klap met het vuurwapen in zijn gezicht. De slachtoffers werden gesommeerd op stoelen te gaan zitten. Vervolgens werden de slachtoffers met ducktape aan de stoelen vastgezet. Ook de monden van de slachtoffers werden afgeplakt. Opnieuw werd gevraagd: 'Waar is de ferol, waar is de cash' en 'Ik ga heel het huis doorzoeken en als ik iets vind dan vermoord ik jullie' en 'Ja [slachtoffer], als je niets vertelt dan zoeken wij jou wel een keertje op bij de pizza of bij de [hogeschool], want daar zit je toch op school. En de [adres 1], want daar woont je moeder toch. Als je niets vertelt dan vermoorden we haar' en tegen [I] 'Ben jij [G]?' Vervolgens ging de man met het vuurwapen achter [vriendin slachtoffer] staan en sneed hij met een mes een deel van haar haren af. Het afgeknipte haar werd in een sealbag gedaan. De man met het vuurwapen zei tegen [slachtoffer]: 'Je moet die site platgooien en dat lab voor die anabolen'. De man met het vuurwapen kreeg van een andere man een snoeischaar met gele handvatten plus een sealbag. Hierna ging de man met de tuinschaar op zijn knieën naast de linkerzijde van [slachtoffer] zitten. Hij zei: 'Weet je het echt niet, ik geef je nog één kans. Ik tel tot vijf'.Nadat [slachtoffer] nogmaals ontkende van iets te weten telde de man tot vijf en bij vijf knipte hij de pink van de linkerhand van [slachtoffer] af. De afgeknipte pink werd in de sealbag gedaan en werd meegenomen door de daders. Daarbij werd door de man met het vuurwapen gezegd: 'Dit was een waarschuwing. De volgende keer vermoorden wij jou'. Daarop zijn de daders vertrokken in een auto (1). Uit medische informatie en een röntgenfoto blijkt dat de pink van [slachtoffer] vrijwel in zijn geheel is afgeknipt (2). De telefoongegevens De rechtbank stelt vast dat verdachte [verdachte F] op 29 mei 2006 gebruik maakte van de telefoon met nummer [nummer 1] (3), verdachte [verdachte B] van telefoonnummer [nummer 2] (4) en verdachte [verdachte D] van telefoonnummer [nummer 3] (5). Vast staat dat de telefoon van [verdachte F] zich op 29 mei 2006 tot ongeveer 19.00 uur onder mastbereik bevond van zendmasten te [plaats in België]. De telefoon van [verdachte D] straalde om 19.18 uur een zendmast aan te [plaats in België] in de nabijheid van zijn woning. [verdachte B] bevond zich omstreeks 19.54 uur onder mastbereik van een zendmast in [plaats in België] in de nabijheid van zijn woning. Die dag vanaf 17.00 uur werden de genoemde telefoons gebruikt om sms-berichten te verzenden, waarvan een aantal sms-berichten tussen de drie genoemde telefoons tot stand kwam. Na 19.56 uur zijn er via deze telefoons geen berichten meer naar elkaar gezonden. De laatste bekende locatie van de telefoon van [verdachte F] was om 20.03 bij [plaats in België]. De telefoons van [verdachte B] en [verdachte D] hebben zich, gelet op de verschillende aangestraalde zendmasten, bewogen in de richting van de Belgisch-Nederlandse grens. De grens werd omstreeks 20.45 uur gepasseerd. De overval in [woonplaats slachtoffer] vond plaats vanaf circa 21.45 uur. De afstand tot [woonplaats slachtoffer] is op dat moment zodanig dat deze afstand binnen een tijdsbestek van één uur kon worden afgelegd (6). De telefoon van [verdachte B] heeft tussen 23:31 uur en 23.38 uur sms-berichten ontvangen en verzonden waarbij zendmasten in Nederland werden aangestraald in Berlicum, Heeswijk/Dinther en Veghel (7). De telefoon van [verdachte D] viel op 30 mei 2006 om 00.06 uur, 00.14 uur, 00.31 uur en 00.35 uur onder de mastdekking van de Nederlandse provider [...] (8), waarbij onduidelijk is gebleven of [verdachte D] zich in België of Nederland - mogelijk in het grensgebied - bevond. Het bezoek aan [verdachte E] [verdachte E] heeft verklaard dat hij eind mei 2006 nog een bedrag was verschuldigd van € 1.500 aan [gebruikersnaam e-mailadres]. [gebruikersnaam e-mailadres] is de gebruikersnaam van een persoon die onder die gebruikersnaam gebruik maakte van het emailadres [emailadres] en communiceerde via MSN (9). [gebruikersnaam e-mailadres] berichtte via MSN aan [verdachte E] dat hij nog geld aan mensen moest betalen en dat deze mensen bij [verdachte E] langs zouden komen om dat geld op te pikken. Op een gegeven moment kwam [gebruikersnaam e-mailadres] weer op MSN. Hij noemde het adres van [verdachte E] en meldde dat 'die gozer' vanavond het geld zou komen halen. Die avond kwamen twee mannen bij [verdachte E] in Helmond aan de deur die zeiden dat ze het geflikt hadden. Ze toonden daarbij twee zakjes met daarin haar en een vinger (10). Één van de mannen zei: 'We komen voor het geld van [gebruikersnaam e-mailadres] (11). Daarop heeft [verdachte E] een geldbedrag afgegeven. Overwegingen met betrekking tot de vrijspraak Gelet op de telefoonbeweging van het toestel van [verdachte D] richting Nederland en het feit dat zijn toestel later op die avond onder Nederlandse mastdekking viel - hoewel niet vastgesteld is kunnen worden waar in Nederland die mastdekking heeft plaatsgevonden - zijn er sterke aanwijzingen dat hij die avond in Nederland is geweest en dat hij - nu hij zich rond 20.45 uur bij de grens met Nederland bevond - zeer wel mogelijk in het gezelschap van [verdachte B] was. Behalve zijn telefoongegevens zijn er echter geen belastende omstandigheden tegen [verdachte D] aangetroffen. Hij kan niet in verband worden gebracht met de bij de overval achtergelaten sporttas of de bij [verdachte F] aangetroffen snoeischaar met daarop bloedsporen van het slachtoffer [slachtoffer]. Weliswaar wordt hij door zijn ex-vriendin [M] herkend op één van de op de Belgische televisie getoonde compositiefoto's (12), maar daar tegenover staat dat geen van de drie slachtoffers hem bij een meervoudige fotoconfrontatie heeft herkend als één van de daders van de overval (13). Naar het oordeel van de rechtbank zijn de enkele telefoongegevens, ook afgezet tegen het feit dat [verdachte D] daar geen enkele verklaring over heeft willen afleggen, onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, zodat [verdachte D] van al het aan hem telastgelegde dient te worden vrijgesproken. De rechtbank zal, nu de verdachte van de gehele telastlegging wordt vrijgesproken, de vordering van de officier van justitie tot gevangenneming van verdachte afwijzen. Beslissing. De rechtbank, verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1, 2 en 3 telastgelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij; wijst af de vordering van de officier van justitie tot gevangenneming van de verdachte. Dit vonnis is gewezen door mrs. Quadekker, voorzitter, Verbeek en Steenhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Maat, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 november 2007. (1) ZD/BLAUW/A/1-3 en ZD/BLAUW/A/5-8. (2) ZD/BLAUW/GD/2-3, medische informatie betreffende letsel: multiple kneuzingen, haematomen, gebroken neus, deel pink afgesneden; blijvend letsel. (3) ZD/BLAUW/AH/176 en de uitgebreide analyse van nummer 32497235140 in 2/RHV/3242. (4) ZD/BLAUW/AH/1360. (5) ZD/BLAUW/AH/1296 en ZD/BLAUW/AH/1421. (6) ZD/BLAUW/AH/343 e.v. (7) ZD/BLAUW/AH/347. (8) ZD/BLAUW/AH/1376. (9) V/[verdachte A] N85/62, 64 en 173. (10) V/[verdachte E] R72/27. (11) V/[verdachte E] R72/105. (12) 1/RHV/2839. (13) ZD/BLAUW/AH/521, 530 en 895.